De Geweldige Geschiedeniscanon

De geschiedeniscanon. Wie is er niet groot mee geworden. In een vlaag van nationalistische politiek werd hij ingevoerd in 2006. De politiek begon zich inhoudelijk te bemoeien met het onderwijzen van geschiedenis op de middelbare school. De klacht van de mensen over het gebrekkige geschiedenisonderwijs was een klacht tegen het gebrek aan kennis van studenten. Niet een klacht tegen een invalshoek of een boodschap. Politici en Jan Modaal vond echter ook dat er te weinig aandacht was voor nationale thema’s, en dat het simpeler en nuttiger moest. Niet langer moest de geschiedschrijving weergegeven worden door stoffige historici, waarvan 80% van de leerlingen niets begreep en totaal geen raakvlak mee had. Het moest simpeler. Sneller. Logischer. En Nederlandser.

Laat het maar weer aan Nederlanders over om hun heggetje dat er perfect bij staat, compleet te blijven verknippen tot er slechts een schamel stammetje overeind staat. Die eeuwige drang om te blijven sleutelen (lees een vorig column over goed nieuws), doet ons weer eens vakkundig de das om.

50 thema’s zijn er uitgekozen voor de geschiedenis. Opvallend is ten eerste al dat 90% van de thema’s enkel Nederland betreffen. Alsof er om ons heen geen wereld is. Alsof we in een eindeloze oceaan drijven. Alsof er geen Duits achterland is waar je doorheen moet op weg naar je veel te goedkope skivakantie in Tsjechië. Of een België met wie we meer gemeen hebben dan zij of wij daadwerkelijk beseffen.

Dan gaan we de thema’s nog eens even bekijken. U en ik hoeven elkaar niet te zeggen dat (al bij de invoering van de canon) het duidelijk is dat slechts 50 punten in een geschiedenis van miljoenen jaren een vrij ambitieuze doelstelling is. En dat er over die 50 punten op zijn zachtst gezegd nog wel eens gediscussieerd kan worden.

Het grootste probleem echter met de canon is niet zozeer de discussie, maar de inmenging van politiek in het onderwijs. En je hoeft maar even te snuffelen, en je leest er tussendoor de krantenkoppen van nu, de politieke debatten van nu en de propaganda.

Laten we beginnen bij het eerste onderwerp (op de tijdlijn vanaf nu gezien). Het toppunt van de kitscherigheid. Het thema dat zich verhoudt tot: “komt u uit Nederland? Dan zal u wel wiet roken en klompen dragen”-niveau. Het thema is (houd je vast) het oranjegevoel in de sport. Iets nationalistischer (en volstrekt irrelevanters) kun je niet verzinnen. Alsof passie voor sport iets typisch Nederlands is. Of dat het enige significante invloed heeft op de sociale/staatsgeschiedenis. Blijkbaar geeft het de populistische/nationalistische volksmassa houvast. Dan naar het volgende: 7 van de 50 onderwerpen (dus 1 op 6) uit de gehele geschiedenis zijn gerelateerd aan slavernij en koloniaal verleden. Ook hierbij zie je wéér de invloed van de massa, de waan van de dag, maar vooral inmenging van politieke partijen om hun punt door te zetten. Het schetsen van een beeld van de geschiedenis van een ontzettend diverse Nederlandse samenleving is begonnen. Ten derde: emancipatie van vrouwen. Aletta Jacobs was hiervoor altijd dé persoon in de geschiedenis. Nu zijn daar nog 2 personen aan toegevoegd. Dat zijn al 3 personen om 1 thema aan te kaarten. Dan is er ook nog een onderwerp als de arbeidsimmigratie. Wéér een politiek onderwerp. Waarschijnlijk toegevoegd onder druk van een specifieke politieke partij.

Velen van de andere thema’s zijn dan nog aloude thema’s. Als je die leest, heb je ook het gevoel dat er een soort trots uit naar voren zou moeten komen. Trots. Waarop precies? Op het feit dat Nederland bij de gratie van de landen om zich heen bestaat? De geschiedeniscanon is een aaneenschakeling van politiek gekozen onderwerpen. Beladen keuzes. De waan van de dag. Of het nu nationalistische trots is, een nationaal schuldgevoel, racisme, seksisme, immigratie. Al die politieke keuzes worden al vóór de studenten gemaakt. Studenten kunnen best hun eigen keuzes maken. Voorzie ze van brede informatie, kietel hun aandacht, maar laat ze verder de onderwerpen onderzoeken die ze zélf leuk vinden. En als die er niet tussen zitten, dan maar niet. Het probleem is niet eens de onderwerpen op zich, maar het feit dat je letterlijk de krantenkoppen er doorheen leest. Politieke agenda’s. Politieke voorkeur. Belangenorganisaties. En ik maar denken dat politieke inmenging in de geschiedschrijving en het onderwijs ons in de Soviet-Unie en Duitsland had aangetoond dat dat niet het pad was wat we op wilden gaan. We zijn op een koord aan het dansen waarvan je voor dat je het weet met een smak vanaf dondert. De 50 onderwerpen van de canon tonen JUIST een ongekend GEBREK aan kennis van de geschiedenis, maar vooral een ‘ik kijk niet verder dan mijn omgeving of dan mijn neus lang is’.

Nee, laat ons dan maar teruggaan naar die stoffige oude lui. Die historici die van de maatschappij niets snapten, omdat ze bedolven onder hun boekenstapels met een mijnwerkerslamp naar een baanbrekende theorie zochten. Waren die perfect? Absoluut niet. De grootste fout die ze maakten, was het niet snappen dat hun publiek niet óók bezeten was van de geschiedenis. Mensen in een oranje leeuwenpak op een tribune snappen ook niet dat de buurman liever patience speelt op zijn Windows 95 computer. Met een bepaald dedain zeiden de historici dan dat andere mensen niets van de wereld snapten. Die vertaalslag misten ze.

Nu maakt de politiek die vertaalslag vóór ze. De onderzoekers en historici die de canon moeten samenstellen, staan ook onder druk van de politici; hun opdrachtgevers. Sinds wanneer vinden wij als burgers het ok dat politieke partijen zich bemoeien met het onderwijs? En zeg nou zelf, wanneer was de laatste keer dat een politicus überhaupt iets goed vertaalde naar wat dan ook? Heb je ooit het gevoel gehad dat een politicus goed begreep wat er speelde bij de mensen? Weg met die canon. Weg met politici die geschiedenisboeken behandelen als een propagandamiddel. Terug naar indeling in tijdsvakken. Dan maar die stoffige historici onderzoek voorop stellen. Wij bepalen het zelf wel.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.