De goudvis

Visje, visje, in het water
Visje, visje, in de kom
Visje, visje, kan niet praten
Visje, visje, draai je om

De goudvis. Een gulden schepsel dat heerlijk kan zwemmen. En eten. Maar het is vooral een schepsel dat (hoewel onterecht) bekend staat om zijn nogal slechte geheugen. Hij leeft in het nu, dat wel. Hij is gefocust, dat ook. Maar toch lijdt hij vooral aan een geheugen dat te wensen overlaat. Terugkijken doet hij niet. Heerlijk een rondje linksom in je kom, zonder dat je eigenlijk weet waarom. De goudvis leeft een luizenleven.

Toch heeft elk voordeel zijn nadeel. Sinds de avondklok is ingesteld, zijn er een hoop idioten wakker geworden. De avondklok blijkt eerder een soort idiotenwekker te zijn. Honderden, wellicht duizenden wappies gingen op rooftocht uit. Zonder reden. Gewoon, omdat het kon. En nu staat heel het land in brand. Honderden arrestaties, kapotte politiebusjes, waterkanonnen, waarschuwingsschoten, ziekenhuizen aangevallen, centra van (met uitzondering van Noord-Nederlandse) steden onveilig. En de discussie begon weer: “Waarom doen mensen dit toch?” Dat is de vraag, die iedereen zich in de grote vijver die Nederland heet, hardop stelde. Welke idioot bestormt een ziekenhuis? Welke idioot plundert een winkel? De reacties in de media en de politiek waren niet van de lucht. “Dit is ongekend!””We moeten meer naar de jeugd luisteren!” “Mensen voelen zich niet gehoord!” “We herkennen Nederland niet meer!” Voor al deze goudvissen en pseudo-psychologen zou ik hier de definities willen achterlaten van een idioot: 1) Aartsdom 2) Abnormaal persoon 3) Absurd 4) Achterlijk 5) Achterlijke 6) Afgestompt 7) Belabberd 8) Belachelijk 9) Belatafeld 10) Bespottelijk 11) Bezeten 12) Bezetene 13) Bezopen 14) Breinloos 15) Crazy 16) Cretin 17) Debiel 18) Dement 19) Dol 20) Dom 21) Dommerik 22) Dwaas 23) Flapdrol 24) Geesteloos .

Kortom, deze wappies zijn idioot. Ze zijn abnormaal. Ze zijn belatafeld. Ze zijn hersenloos. Daarom begrijp jij, meneer of mevrouw Goudvis, ze niet. Daarom ga je het ook nooit begrijpen. Begreep je ze dan wel, toen ze als voetbalsupporters de fontein in Rome sloopten? Of geld gooiden naar bedelaars in Spanje? Of toen ze Project X wilden naspelen in Haren, jaren terug? Of toen ze bij Ajax-Feyenoord losgingen, met dodelijke afloop? Of toen er krakers bezig waren in de jaren ’80? Of de kroningsrellen uitbraken, toen koningin Beatrix de troon besteeg? Of de bezetting van het Maagdenhuis? Of tijdens de jaren ’30? Of tijdens het palingoproer? Gingen we toen ook met zijn allen met hen in gesprek om erachter te komen wat hen bewoog? Gaven we ze toen ook een stem? Was hun vernietigingszucht toen ook gerechtvaardigd? Rellen en opstanden zijn van alle tijden. En daar zit altijd een grote mate van idiotie bij. Een grote mate van krankjorem zijn. Een klein beetje rede, maar een hele hoop idioterie. Een grote mate van een gebrek aan opvoeding, van kennis en van respect voor de maatschappij om hen heen. Van abnormaliteit. Die zijn er altijd geweest, en die zullen er waarschijnlijk ook altijd blijven. Zijn ze vervelend? Ja. Zijn ze contraproductief? Absoluut. Maar zijn ze on-Nederlands? Nee.

Nog een voorbeeld van goudvisseritis. Deze week ging een 30-jarige, Limburgse mooiboy met pensioen. Een lafbek was hij nu. Een slapjanus. Hij klaagde teveel. Hij gaf op. Wat een slappe gozer. Hij koos voor zichzelf, voor de gemakkelijke weg. Een slapjanus die Nederland voor het eerst in 37 (!) jaar een overwinning in een grote ronde bezorgde. Een lafbek, die zichzelf elk jaar 2 keer, 3 weken lang achterstevoren keerde op een fiets. Een klager die tijdritten en bergetappes wint in alle grote rondes. Een pannenkoek, die als een Joint Strike Fighter op zijn fiets zit. Een lafbek die de eerste Nederlandse wereldkampioen tijdrijden werd. Een opgever die 2e werd in de Ronde van Frankrijk (de eerste Nederlander op het podium in 37 jaar). De posterboy van het Nederlands wielrennen. Wat een slappe zak. Hij kon ook echt helemaal niks. Geen topsporter, was de conclusie.

Decennia lang won Nederland (met een uitschieter van Boogerd, Dekker of Weening daar gelaten) niets in het wielrennen. Een lachertje waren we. Pelotonvulling. De Koos Moerenhout van het peloton. De kopgroep in een sprintetappe. Kansloos. En toen was daar opeens Tom Dumoulin. De vlinder van Maastricht. Turbo Tom. Straaljager Tom. Hij kwam, hij zag, en overwon. En hij gaf uitleg en teksten die je van een wielrenner in de decennia daarvoor nog nooit gehoord had. Met een prachtig Limburgs accent, een open blik naar de maatschappij en de sport en met het kennisniveau van een hersenchirurg. En nu geeft hij eerlijk toe dat hij er wel klaar mee is. Hij kiest voor zichzelf, na jaren van het moeten omgaan met de druk die komt na decennia van leegte in de Nederlandse wielrennerij. De periode van ‘de woestijn der successen’.

Idioten en rellen zijn er altijd geweest. Met honderden, duizenden zelfs. En ook in de sport zijn er droogtes geweest. Jaren, decennia zelfs. Gek, hoe snel mensen weer verrast raken en alles alweer vergeten zijn. En niet terugkijken.

Visje, visje, in het water
Visje, visje, in de kom
Visje, visje, kan niet praten
Visje, visje, draai je om

Totdat we dat liedje weer vergeten zijn.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.