Het machinegeweer

Daar zit je dan. Thuis. In je eigen bubbeltje. Je hele wereld speelt zich hier (op een wandelingetje of joggingsessie na) af. De indrukken die je opdoet, komen bijna allemaal digitaal binnen. En het grootste deel daarvan is het nieuws. Weer meer besmettingen. Weer een resistent virus. En weer een resistenter en besmettelijker virus. Gaan de winkels nou nog open of niet. Gaan we lekker met z’n allen zonder reden rellen in een binnenstad, of niet. Honderden doden bij een vliegtuigongeluk. Duizenden mensen zijn hun baan kwijt. Donkere mensen krijgen geen eerlijke kansen. Vrouwen ook niet. Invaliden ook niet. Zieken al helemaal niet. Mensen met een bril ook niet. En al helemaal de mensen niet die zich noch man, noch vrouw voelen. Het is een oneerlijke wereld. Banken buiten mensen uit. Belastingdiensten ook. De beurs zakt sinds 2008 al zowat elke dag, ook al staat hij op een hoger punt dan ooit. Zomaar een greep in het nieuws op één dag.

De (semi-) journalisten staan in een rij, als een volleerd vuurpeloton het magazijn van hun nieuwsmitrailleurs op jou als nietsvermoedende burger leeg te knallen. Rrrrakketakketak. Pang, Pang. Wie het eerst raak schiet, wint. De schutter met die als eerst doel treft, wint. Het nare is dat er oneindig veel kogels in hun magazijn zitten. En zodra ze hun kogels gevuld met nieuws hebben afgevuurd, vliegt het volgende projectiel alweer door de lucht. En je kunt het die arme journalisten ook niet kwalijk nemen. Zij voelen ook de ijskoude loop van een Tommygun in hun nek, bediend door hun eindredacteuren.

Maar ja, daar zit je dan thuis, de klappen op te vangen. In je bubbel, thuis, terwijl de kogels één voor één hun weg naar je hersenen zoeken. Je mag wel een flink incasseringsvermogen hebben om daar tegen te kunnen. Dag in, dag uit. Een week. Een maand. Al 10 maanden nu. Iemand die vroeger als laatste werd gekozen bij gym, die het urinoir altijd op 5 centimeter weet te missen, die elke zondag 5 minuten voor tijd mocht invallen als het al 4-0 stond, die heeft daar echter meer moeite mee. Die staat op zijn pollepel te rammen. Die staat een Albert Heijn te plunderen voor een zakje snoep en fles motorolie. Die staan op het Malieveld. Die denken echt dat het het einde der tijden is. Die lijden echt aan waanbeelden en psychische problemen. Als je de dagelijkse kogelregen ziet die op ons afkomt, is het eigenlijk een wonder dat we daar niet met zijn allen, schuimbekkend naast elkaar staan. Heerlijk. Met een pollepel op een pan raggen. Je zou (bijna) medelijden krijgen met die wappies.

Toch is er nog een wereld, waar het een stuk geruislozer is. Als een kledingstuk dat soelaas biedt. Als je dan toch eens een momentje vindt om tussen de kogelregen van informatie door, langs alle e-mails en pop-ups heen, over de granaatscherven van whatsappjes en bomsplinters Tweets door naar buiten te glippen voor een blokje om, of voor een balletje overtrappen met de buurman, dan zie je nog die non-digitale wereld. Die niet-bubbel. Die wereld waarvan ze zeggen dat ‘ie nog nooit zo oneerlijk was. Daar helpt de kassière in de buurtsuper nog graag. Daar parkeert 99% van de mensen zijn auto prima. Lekker, zo’n kogelvrij-vest.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.