Een ode aan de Belgen

Het wonder van België. De zuiderbuur van die gierige Hollanders. Maar misschien nog belangrijker, de noorderbuur van de prestigieuze Fransen. En natuurlijk, de westerbuur van een buur die ze eigenlijk amper ziet staan. België. Men spreekt er Frans. En Nederlands. Of Nederlands, eigenlijk Vlaams. En Duits. Al zijn er meer Duitstaligen in het rijk der Fransen dan in het Royaume du Belgique.

België. Waar je heerlijke vleesgerechten kunt eten. Waar 3 pintjes genoeg zijn om je waggelend naar huis te sturen. Waar je schijnbaar goed kunt fietsen, totdat je voor de 30e keer bent lek gereden op een vals-plat kasseienweggetje doordrenkt van de Vlaamse modder. België, waar geen Belg woont, maar 6,5 miljoen Vlamingen, 3 miljoen Walen en dan nog een ratjetoe van Brusselaars wél. België. Waar de meerderheid van de bevolking de taal van de minderheden spreekt, maar de minderheden de taal van de meerderheid niet.

België. Waar wegen heel logisch onlogisch worden gelegd. Waar gemeentelijke herindeling een toekomstbeeld is. Daar waar Langenberg, Kortenberg, Koekwauzegem, Dendermonde en Erps-Kwerps allemaal gemeentes die het zelf prima redden. België. Waar de grootste partijen niet in de regering komen. België. Waar de interactie tussen mensen uit Vlaanderen en mensen uit Wallonië zo miniem is, dat Trump er geruisloos een muur tussen had kunnen zetten.

België. Te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Het konden wel Nederlanders zijn. België. Waarvan buitenlanders nog steeds denken dat ze er Belgisch spreken. Waar de Vlamingen zich ten opzichte van de Franstaligen ‘Nederlands’ voelen, maar zich ten opzichte van de Nederlanders toch vooral ‘niet-Hollands’ . België. Waar de hipstercafés en vegetariërs nog geen steden hebben omgetoverd.

Maar België is ook het land van de vakbonden en sociale zekerheden. Van een hechte gemeenschap. Van rust. Van een breuklijn tussen noord en zuid. Van die heerlijke zachte ‘g’. Van de mooiste archaïsche uitspraken die de Nederlandse taal ooit voortbracht. En van de intelligente mensen die zowaar de totaal onbegrijpelijke structuren doorgronden.

Hoe onbegrijpelijke en ongekende complex België ook is door de belangenverstrengelingen van Limburgers, Genkenaren, Gentenaren, Vlamingen, Brabanders, Brusselaars, Leuvenaars, Walen, Henegouwers, Luxemburgers, Luikenaren, Duitstaligen, Fransen, Nederlanders, Duitsers, Britten, Europeanen, Laurent van de friterie, Eugenie van de boulangerie en natuurlijk de Koekwauzegemers. En weet je wat? Het marcheert. Dat moet je ze toch nageven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.